Was of ontsmet uw handen en doe persoonlijke beschermingsmiddelen aan (voer een risicobeoordeling uit om ervoor te zorgen dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen, conform het lokale protocol).
Veeg oppervlakken altijd af van schoon naar vuil.
Er zijn ongeveer 3-4 doekjes nodig om een ​​blaasscanner schoon te maken. Vervang altijd uw doekje als het uitdroogt of zichtbaar vuil wordt.
Controleer of de blaasscanner is losgekoppeld van de stroomvoorziening
Koppel alle verbruiksartikelen los die aan de blaasscanner en het karretje zijn bevestigd, zoals echogel.
Begin met schoonmaken bovenaan het scherm en werk in een S-vormig patroon naar beneden.
Veeg alle blootgestelde beugels, oppervlakken en randen schoon.
Maak de kabel en de sonde schoon met een nieuw doekje.
Maak de kar, planken, manden, wielen en remmen schoon met een nieuw doekje.
Laat de blaasscanner en de trolley aan de lucht drogen, zodat ze voldoende contacttijd hebben met het ontsmettingsmiddel.
Gooi de schoonmaakdoekjes weg volgens het lokale protocol.
Verwijder de persoonlijke beschermingsmiddelen, was of ontsmet uw handen en vul indien nodig een schoonmaakrapport in volgens het lokale protocol.