Was of ontsmet uw handen en doe persoonlijke beschermingsmiddelen aan (voer een risicobeoordeling uit om ervoor te zorgen dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen, conform het lokale protocol).
Verwijder alle verbruiksartikelen uit de kar.
Veeg oppervlakken altijd af van schoon naar vuil.
Afhankelijk van de grootte van de kar moeten er ongeveer 2-3 doekjes worden gebruikt.
Vervang uw doekje altijd als het uitdroogt of zichtbaar vuil wordt.
Begin bij de verste rand van het bovenoppervlak en veeg naar beneden in een S-vormig patroon.
Herhaal dit op alle volgende vlakke oppervlakken.
Maak met een nieuw doekje elke poot van boven naar beneden schoon.
Maak alle wielen en remmen schoon (indien van toepassing), inclusief alle blootgestelde delen, handgrepen, richels en beugels.
Laat de kar aan de lucht drogen en zorg dat deze voldoende contacttijd heeft met het ontsmettingsmiddel.
Gooi de schoonmaakdoekjes weg volgens het lokale protocol.
Verwijder persoonlijke beschermingsmiddelen, was of ontsmet uw handen en vul indien nodig een schoonmaakrapport in volgens de lokale protocollen.