Was of ontsmet uw handen en doe persoonlijke beschermingsmiddelen aan (voer een risicobeoordeling uit om ervoor te zorgen dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen, conform het lokale protocol).
Verwijder alle verbruiksartikelen die de stoel bedekken of eraan bevestigd zijn, of gooi ze weg.
Veeg oppervlakken altijd af van schoon naar vuil.
Afhankelijk van het type rolstoel heeft u ongeveer 4-6 doekjes nodig.
Begin bovenaan de stoel, maak de handgrepen schoon en werk vervolgens langs de voor- en achterkant van de rugleuning.
Neem een ​​nieuw doekje en maak de boven- en onderkant van de armleuningen en de zijkanten schoon.
Maak de boven- en onderkant van de stoel schoon met dezelfde S-vormige beweging.
Vervang uw doekje altijd als het uitdroogt of zichtbaar vuil wordt.
Maak het frame en de poten van de stoel, indien mogelijk, in één vloeiende beweging schoon met een nieuw doekje, van boven naar beneden.
Neem een ​​nieuwe doek en maak de remhendels, wielen en voetsteunen schoon.
Laat de rolstoel aan de lucht drogen en zorg dat deze voldoende contact heeft met het ontsmettingsmiddel.
Verwijder de persoonlijke beschermingsmiddelen, was of ontsmet uw handen en vul indien nodig een schoonmaakrapport in volgens het lokale protocol.